De Mythe van de Non-Responders

Een op de vijf personen die wel voldoen aan de beweegnormen gaat niet vooruit in fysieke fitheid. Vaak wordt gedacht dat deze mensen zogenaamde “non-responders” zijn. Montero en Lundby hebben met in een interessante studie onderzocht op dat ook echt klopt; bestaan er “non-responders” op fysieke training? De Zwitserse onderzoekers verdeelden een groep van 78 personen in 5 groepen. Groep 1 trainde 1×60 minuten per week, groep 2: 2×60 min, groep 3: 3×60 min, groep 4: 4×60 min, groep 5: 5×60 min. Elke groep voerde per sessie een zelfde training uit. De trainingsperiode duurde 6 weken. De non-response werd bepaald aan de hand van het maximale geleverde vermogen tijdens een maximale cardiopulmonale inspanningstest, waarbij een verandering meer dan 3,96% (de standaard meetfout) gezien werd als een daadwerkelijke verandering. Deelnemers die geen vooruitgang lieten zien na 6 weken training, moesten 2 x week extra trainen voor een 2e periode van 6 weken om te kijken of ze nu wel vooruit gingen.  Na de 1e 6 weken gingen alle trainingsgroepen vooruit in maximaal gefietste vermogen, behalve de groep die 1 x per week trainde. In de groep 1,2,3,4 en 5 waren er respectievelijk 69%, 40%, 29%, 0% en 0% van de deelnemers non-responders.

Zoals te zien is in onderstaande afbeelding, is er na de 2e periode van training, waarbij de non-responders 2 extra sessie van 60 minuten per week moesten gaan trainen, er geen enkele non-responder meer! Alle deelnemers zitten boven het grijze gebied van de meetfout,

De onderzoekers hebben ook de onderliggende fysiologische mechanismen onderzocht van de prestatievooruitgang na training. Ofschoon de trainingsperiode in eerste instantie slechts 6  weken duurde (dit is erg kort), vond men dat de vooruitgang in maximale zuurstofopname vooral gerelateerd was aan de verandering in hemoglobine massa in het bloed. Snelle aanpassingen na training zijn dus met name te verklaren door aanpassingen in de zuurstoftransportcapaciteit van het bloed.

Implicaties voor de praktijk

Deze studie is heel belangrijke voor de trainingsfysiologie. Gezien het feit dat veel gezonde mensen maar ook patiënten slechts 1 maal per week een aeroob trainingsprogramma uitvoeren is de kans groot dat zij niet de vruchten plukken van een verhoogde aerobe fitheid (ze zijn dan non-responders). De studie onderschrijft het belang van minimaal 3 keer per week trainen voor het verbeteren van het prestatievermogen. Natuurlijk hebben we hebt allemaal druk tegenwoordig. Maar in een periode van 7 dagen moeten er toch wel 3 momenten te vinden zijn om even in beweging te komen. Voor de mensen die geen uur per keer willen en/of kunnen trainen kan high-intensity interval training een interessant alternatief zijn. Echter deze trainingsvorm is niet onderzocht door Montero & Lundby. De intensiteit van de interventie van Montero & Lundby lag rond de 65% van het maximaal gefietste vermogen (Wmax). Aerobe duurtraining dus,

Ook is een voldoende ijzerstatus in het lichaam dus een belangrijke voorwaarde om de snelle lichamelijke aanpassingen te kunnen realiseren. Voldoende ijzerhoudende voeding (vlees) nuttigen en voldoende vitamine C innemen (sinaasappelsap) dus.

Naschrift:

Ik hoop met dit Blog het nut van minimaal 2 a 3 keer per week te trainen te laten zien aan trainers en therapeuten. Non-responders bestaan niet, iedereen kan vooruit gaan als er maar voldoende wordt getraind,

Mail voor eventuele vragen en suggesties naar info@physiology-academy.nl.

Referentie:

Montero D, Lundby C. Refuting the myth of non-response to exercise training: ‘non-responders’ do respond to higher dose of training. J Physiol. 2017 Jan 30. doi: 10.1113/JP273480. [Epub ahead of print]